Willem van der Wal (1956) groeide op in Aalst-Waalre. Na de lagere school volgde hij de LTS, waar hij in diverse technische vakken les kreeg. Dit beviel hem stukken beter dan de theoretische vakken en de talen. Na de LTS volgde nog een jaar MTS, maar het studeren beviel hem niet. De dienstplicht volgde en daarna werd het tijd om te gaan ontdekken wat hij met zijn verdere leven zou gaan doen. Niet dat hij ondertussen stil zat. Voortdurend is hij bezig met het herinrichten van zijn kamer, het maken van meubels en attributen die hij graag om zich heen had. Een cursus binnenshuisarchitectuur was hem dan ook op het lijf geschreven.
Uit diverse testen bleek ondertussen dat zijn ambachtelijke en creatieve inslag een basis zouden kunnen vormen voor zijn toekomst. Ook werd vastgesteld dat hij dyslexie heeft, wat een verklaring was voor zijn lage interesse en scores op het gebied van talen en theoretische kennis. Niet lang daarna, in 1980, werd hij toegelaten op de Kunstacademie in Kampen, alwaar hij in eerste instantie dacht architectuur te gaan studeren.
Op de academie is hij vooral te vinden in de werkplaatsen tussen de machines. Als een van de weinigen weet hij hoe daar mee om te gaan. Eindelijk is hij op een plek gekomen waar hij uiting kan geven aan de beelden die zich in zijn hoofd vormen. Ook wordt voor Willem duidelijk dat architectuur niet zijn richting is, omdat daar teveel regels mee gemoeid zijn. Vrijheid in denken en doen, dat drijft hem.
De eerste kinetische objecten worden in de academietijd gemaakt. Na 5 jaar, vlak voor zijn eindexamen verlaat hij de academie. Zijn pogingen tot het schrijven van een scriptie, ondanks de dyslexie, werden de grond in geboord en er bleek geen alternatief te zijn.
Na de academietijd werkt hij in zijn atelier aan huis aan zijn bewegende objecten. Ondertussen voedt hij zijn kinderen op en doet het huishouden. Alleen familie en vrienden zien wat hij maakt. Hij is voornamelijk aan het experimenteren met beweging en hoe die vorm te geven. In 1999 verhuist Willem met zijn gezin van Duiven naar Veghel en werkt hij verder aan de kinetische objecten die onophoudelijk in zijn hoofd ontstaan.
Om meer rust te creëren in zijn hoofd ontdekt hij dat beeldhouwen in steen voor ontspanning zorgt. Een cursus beeldhouwen in het Italiaanse Piëtrasanta is de start van de vele sculpturen die hij daarna gaat maken. Het creëren van beelden in steen, klei en hout, helpt hem ook om beter vorm te geven aan zijn kinetische kunst. In zijn werken Systeem en Vogel worden het construeren en modelleren van vormen steeds vaker gecombineerd.
De beelden worden nauwelijks ten toon gesteld, want hij maakt ze vooral voor zichzelf om te ontdekken hoe beweging vorm kan krijgen. In 2005 wijst collega kunstenaar Jan van Hoof hem er op dat het de hoogste tijd is om zijn beelden aan het grote publiek te laten zien. Hij haalt Willem over om te exposeren in stadsgalerie De Compagnie. Voor Willem, na wat kleine exposities, de eerste keer dat hij ‘groot’ uitpakt. Perfectionist als hij is, heeft hij een aantal ‘oude’ beelden overnieuw gemaakt, zodat het publiek alleen keurig afgewerkte objecten zal zien.
Het enthousiasme van het publiek over zijn werk is groot en meerdere exposities volgen.
Om zijn werk en atelier te kunnen bekostigen, geeft Willem sinds 2003 les in beeldhouwen en portret boetseren voor volwassenen en lessen kunst en techniek aan kinderen en jong volwassenen. Zijn manier van kijken en werken inspireert anderen om een nieuwe blik te werpen op wat zij maken, zodat ze vanuit een nieuwe visie hun eigen beelden kunnen creëren.
Ook al is hij een inspirerende leraar en geniet hij van het lesgeven, zelf creëren en onafhankelijk zijn blijft bij Willem op de eerste plaats komen.
Omdat het beeldhouwen teveel geluidsoverlast veroorzaakt in zijn atelier aan huis en omdat hij grotere objecten wil maken, betrekt Willem in 2009 een ruimte in een oude klompenfabriek in Schijndel. Daar beschikt hij over een atelierruimte van honderd vierkante meter.
In 2010 besluit hij samen met zijn vrouw, om op zoek te gaan naar meer ruimte en vrijheid. Hij ruimt op, verkoopt veel van zijn beelden en materialen, verhuurt zijn woning en vertrekt in 2011 met caravan en bestelbus naar Frankrijk.
Gedurende twee jaar trekken zij door Frankrijk. Ze ontmoeten fijne mensen, passen op dieren, wonen in de mooiste huizen en kunnen vrijwel onafgebroken beeldhouwen. Veel beelden vinden direct hun weg naar nieuwe eigenaren. De in Frankrijk gemaakte beelden zijn van september tot december 2014 geëxposeerd in het Jan Heestershuis in Schijndel.
In 2013 keren ze terug naar Veghel. Het is wennen. Er moet weer brood op de plank en ze vinden baantjes om te kunnen voorzien in hun levensonderhoud. Langzaam komt Willem weer op gang en creëert nieuwe sculpturen. Een marmeren beeld, een reliëf, een statisch object. Hij is blij weer te kunnen beschikken over al zijn gereedschappen, maar mist de ruimte en de vrijheid.
Al snel besluiten ze om het huis te verkopen en op zoek te gaan naar ruimte en vrijheid in Nederland. In juli 2014 lukt dit gaan ze ‘anti-kraak’ wonen in een voormalig schoolgebouw in Schijndel. Het verblijf in Schijndel is van korte duur, doordat ze de mogelijkheid krijgen om een oude boerderij met schuur in Sint-Michielsgestel te betrekken. Een prachtige plek om te wonen en te werken.
Bijna twee jaar lang werkt Willem voornamelijk in harde steen. Zijn sculpturen worden steeds verfijnder.
Sinds oktober 2016 woont en werkt Willem in Vught. De schuur is een stuk bescheidener en de buren zijn nabij. Dat betekent voorlopig het einde van het hakken in steen.
Maar zijn werk neemt een verrassende wending. De techniek en beweging worden weer opgepakt en de 'miniaturen' worden geboren. De grootte van zijn werk past zich aan aan de ruimte die hij tot zijn beschikking heeft.
In 2018 verhuist hij binnen Vught naar een grote woning met schuur, tuin en atelierruimte binnenshuis. Daar onstaan achter de pc voor het eerst ook zijn 'bewegende' patronen op het platte vlak.